![]() |
||||||||
![]() |
||||||||
![]() |
||||||||
![]() |
||||||||
NIEUWSBRIEF ARBEIDS- & ORGANISATIEPSYCHOLOGIE |
||||||||
Volkomen normaal
Als we met deze mensen werken, gebruiken we allerlei positieve uitgangspunten om tot gezamenlijke doelen te komen. Hoe positiever hoe beter. Als we ze beoordelen, vinden we stijlkenmerken die hen soms behulpzaam zijn, maar geregeld ook heel wat beter zouden mogen. Het liefst leggen we alles glashelder uit en stellen we hen tevreden. Ik herinner mij een reader uit mijn eerste jaar die opende met de zin: ‘Wie helemaal normaal is, is niet helemaal normaal’. Dat is zo’n soort paradox als ‘maak het volkomen helder en iedereen raakt in de war’ of ‘stel iedereen tevreden en iedereen raakt teleurgesteld’. Nou ja, dat is dus ons dagelijkse werk. We kunnen niet iedereen tevreden stellen en we kunnen niet alles zo glashelder uitleggen dat iedereen het snapt. Als we het dan over gedrag van mensen hebben, vinden we het prima dat er wat variaties en ontwikkelpunten zijn. Iemand die alles in een functie al ruimschoots kan, zal zich gaan vervelen. Een paar leerpunten strekken dus tot aanbeveling. Ik heb mij eerder al eens verbaasd over het rare credo has done means will do. Dit houdt in dat als iemand al eerder iets kon, hij het later ook zal doen. Tevens houdt dit credo in dat mensen niets kunnen leren. Immers, nooit eerder gedaan betekent dat het ook nooit zal lukken. Ik denk dat wij als psychologen hopen dat mensen wel wat leren. Voor kandidaten in sollicitatietrajecten is het wat verwarrend. Of anders gezegd: zij krijgen tegenstrijdige informatie. De ene beoordelaar keert het CV binnenstebuiten en kijkt alleen in de achteruitkijkspiegel met STAR-vragen, de ander stelt toekomstgerichte vragen en informeert naar leermogelijkheden. Niet zo vreemd dat kandidaten heel voorzichtig worden; banen zijn schaars en begerenswaardig. Dus wat moet je dan, in die afhankelijke positie als sollicitant? Sommige kandidaten blijven zichzelf en hebben ook nog wat leuke, interessante bijzonderheden: heel onafhankelijk, origineel denken, heel geconcentreerd kunnen werken, een heel persoonlijke, inlevende belangstelling voor anderen, krachtig leiderschap, politieke vaardigheden, noem maar op. Maar sommige kandidaten durven dat niet echt/echt niet te laten blijken. Misschien wel omdat ze slechte ervaringen hebben opgedaan in eerdere of in de betreffende sollicitatietrajecten. Ik snap dat heel goed: die ervaringen heb ik zelf helaas ook. Ik kan mij indenken en herinneren hoe het voelt als elke gesprekspartner in een selectietraject op zoek is naar afwijzingsgronden. Wat een kandidaat dan doet, is heel voorzichtig worden. Op zich een manier van coping die buitengewoon begrijpelijk is en in een lastige situatie vaak een goede overlevingsstrategie. Je zou kunnen zeggen: grijs geverfd door de ervaring. Er kan nog een hoop verbeteren! Zo’n kandidaat maakt het zowel zichzelf, als ons als onafhankelijke beoordelaar, wel moeilijk. Zeker als er geen openheid en vertrouwen komt. Dan vind je bijvoorbeeld een profiel waar werkelijk álles precies gemiddeld is. En als je vraagt naar de achtergronden daarvan, komt er geen helder antwoord. Ook al zo kleurloos. Je voelt dat de kandidaat een afwijzing vreest en zich zoveel mogelijk op de vlakte houdt om maar geen kleur te bekennen en geen houvast voor een afwijzing te geven. Maar je moet op een gegeven moment erop kunnen vertrouwen dat de kandidaat de vragen eerlijk heeft ingevuld. En dan is de conclusie wel dat we een buitengewoon grijze mus te pakken hebben. Tussen de vrolijke, gewaagde bonte parkieten valt die grijze mus dan wel heel erg op. Inderdaad. Wie volkomen normaal is, is niet helemaal normaal. Probeer dat maar eens helder uit te leggen en de kandidaat nog tevreden te stellen ook.
Reageren? Mail naar A&O-items. |