Coachen aan de oppervlakte of in de diepte
René Ravenhorst
In de coachingspraktijk waarin ik jaren als A&O-psycholoog heb mogen werken, is veel langsgekomen; prachtige mensen met geweldige narratieven. Rode draad was het stoeien met en genieten van de paradox tussen stevige diepgang zoeken en praktisch werkbaar aan de gedragsmatige oppervlakte blijven.
Na jarenlange ‘gezonde’ psychologie te hebben bedreven bij een groot landelijk HR-bureau, leer ik nu vanuit een managementbaan bij een gedegen GGZ-instelling ook een andere kant van de psychologie goed kennen. Onder indruk van de diepgang waarmee hulpverleners (psychiaters, GZ en Klinisch psychologen, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen) naar individuen en hun systemen kijken, waar het gaat om psychiatrische beelden en psychosociale problematieken.
Paradox
Onlangs in gesprek met een van de hulpverleners; zeer ervaren in zijn vak, met een potentie van diepgang waarbij mijn eigen kunnen verbleekt. Parallel die zich aandiende was precies de paradox die ik zelf zo vaak had ervaren in gesprek met een coachee die concrete vraagstellingen en doelen had gemaakt. Waarvan je als psycholoog, van welk kaliber of soort ook, wéét dat het nooit alleen om gedrag kan gaan. Waarvan je ook weet dat het de opdrachtgever nooit concreet genoeg kan zijn. En dat de coachee zelf ook heel tastbaar wil merken wat hij aan het doen is en waarop hij kan rekenen.
Dus denk je, praktisch blijven! Los van dat dit niet helemaal mijn natuurlijke kracht is, vraag ik me ook af of het psychologisch gezien überhaupt mogelijk is. Mijn ervaring is dat het twee kanten op kan gaan, en dan ook nog tegelijk: vandaar het paradoxale karakter.
- Enerzijds doet het zoeken van de diepte - naar drijfveren, het waarom, de herkomst, de brede context, familiale geschiedenis, trauma’s en heftige dingen, plek in de kinderrij, socio-economische status - het hier en nu en de praktische relevantie soms verdwijnen. Soms raak ik als coach of begeleider, soms als manager zelfs, de draad rond de vraagstelling kwijt en vind ik het vooral zelf een mooi verhaal om door te spitten en te verkennen.
En regelmatig komt deze schijnbaar heilloze, of doelloze weg, ineens uit bij een onverwachte emotie, een nieuwe doorkijk op het leven van de coachee, waardoor een essentie van deze gang ineens, geheel onbedoeld weliswaar, met volle kracht naar voren.
Helaas niet altijd; en wie dien ik dan met mijn gecoach? Vooral mezelf in eerste aanleg als ik eerlijk ben.
- Anderzijds is het dan toch maar aan de oppervlakte zien te blijven. Wetend dat je zaken negeert die er echt toe doen, maar die ook werk leveren dat praktisch is en dat de snelle en expliciete waardering kan wegdragen van de klant. En van de opdrachtgever.
Dus ja, wat is wijsheid? Coachen aan de opppervlakte of in de diepte?
Wijsheid en intuïtie
Terug naar de Geestelijke Gezondheidszorg; die collega’s daar kunnen veel meer diepgang creëren en een stuk verder van de praktische kant afstaan. De hulpverlener die ik sprak, erkende dat er vaak een persoonlijk genoegen in zit om nog een paar spaden en lagen dieper te gaan. Maar gek genoeg, ook dan kon hij soms uitkomen op dermate fraaie panorama’s, dat hij die zichzelf en de cliënt nooit zou willen onthouden. Terwijl de psychologie, ook in de hulpverlening, steeds positiever en oplossingsgerichter werkt, is het dilemma kennelijk niet weggenomen.
Ergo? Tja, ons vak van psycholoog, zij het arbeidsgericht, zij het therapeutisch, kent vele facetten; dat is al meer dan honderd jaar duidelijk. Dat geeft ons gelukkig veel reden tot het ontwikkelen van eigen wijsheid. En een sterke eigen intuïtie. De vraag is en blijft voor hen aan wie we de psychologie aanbieden, wie bij welke benadering het beste vaart.
Daar is geen eenduidige lijn in te trekken naar mijn mening. Wellicht in elk geval het gegeven dat een zeer belangrijke voorspeller voor succes in de A&O-psychologie is, welke mentale capaciteit iemand heeft; een paar fraaie meta-analyses wijzen dat met nadruk uit. De combinatie maken van vlotte doortastende praktische analyse en daaronder, daarnaast, of daaromheen, ook het brede wijde en diepe perspectief kiezen; dat is goud waard, maar is niet iedereen zo makkelijk gegeven. Noch de coach/hulpverlener, noch de coachee/cliënt.
Dus ja, wat is de relevantie van deze bespiegelingen nu voor ons A&O-vak? In elk geval een paar vragen om mee te nemen in de ontmoetingen:
- Wordt de ander beter van jouw diepgang?
- Krijgt de ander een hanteerbare denk- en/of handelwijze?
Een dubbele ‘ja’ is altijd goed en elke ‘nee’ is er één te veel. Juist de A&O-psychologie heeft de pretentie en het vermogen om een kenbare toegevoegde waarde te geven aan mensen in werk en hun organisaties.
René Ravenhorst, A&O-psycholoog Paideusis, Manager Jeugdafdeling GGZ.
Reageren? Mail naar A&O-items. |