NIEUWSBRIEF ARBEIDS- & ORGANISATIEPSYCHOLOGIE |
||||
Testen zonder psycholoog is als rijden zonder rijbewijsJasper StuivenbergIn een recent artikel van Tristan Lavender wordt een lans gebroken voor de zegeningen van online assessment. Er is naar mijn mening een essentieel punt waar in deze kwestie te weinig aandacht aan wordt besteedt, namelijk de belangen en rechten van de individuele cliënt. Testen zonder psycholoog is als rijden zonder rijbewijs. Het zal best vaak goed gaan, totdat het goed mis gaat… Ik pleit er dan ook voor dat iedere psycholoog zijn verantwoordelijkheid neemt in het bewaken van zijn instrumentarium.
Het is onmiskenbaar dat het internet psychologische tests breed toegankelijk maakt. Met een computer en internetverbinding kan er op iedere willekeurige plaats en tijd gebruik gemaakt worden van hoogwaardige testinstrumenten. Webcam-tests en online managementgames zijn nieuwe en veelbelovende toepassingen die de assessmentpraktijk verrijken en verbreden.
Helaas wordt er in deze ontwikkeling veelvuldig de, mijns inziens gevaarlijke, gedachtegang gevolgd dat de rol van de psycholoog daarmee ook weg valt te automatiseren. In toenemende mate worden psychologische tests afgenomen en geïnterpreteerd zonder dat er een menselijke beoordelaar aan te pas komt. Een online afgenomen test kan door een rapportgenerator met één druk op de knop vertaald worden in een ‘volledig’ persoonsbeeld. Waarom zouden organisaties nog een beroep doen op dure assessmentbureaus als ze dezelfde tests door hun eigen HRM-afdeling kunnen laten uitvoeren? De toonzetting in de discussie is dat psychologen hun speeltje kwijt zijn en zich maar beter kunnen vermannen om een nieuwe rol te zoeken. Een simplistische redenering waarmee niet alleen de belangen van cliënten bedreigd worden, maar waarmee ook de reputatie van de assessmentpsychologie in gevaar komt. De ontwikkeling Met deze redenering wordt de complexiteit van de menselijke persoonlijkheid mijns inziens schromelijk onderschat. Voor nuancering is geen ruimte meer: in een persoonlijkheidstest worden de scores op de Big five gekoppeld aan standaard tekstfragmenten die een soort objectieve waarheid pretenderen.
Laten we hier even wat langer bij stil staan. Is er in alle oprechtheid één psycholoog te vinden die met droge ogen durft te beweren dat mensen op zo´n manier in hokjes te plaatsen zijn? Hoe gemakkelijk dit misschien ook zou zijn, de psycholoog beschikt niet over de meetapparatuur van de exacte wetenschapper. Wat hij wel heeft, zijn prachtige hulpmiddelen in de vorm van tests die hij met behulp van kennis en ervaring kan vertalen in een genuanceerd en op de cliënt afgestemd persoonsbeeld. Wanneer de expertise van de psycholoog uit dit proces wordt verwijderd, ontstaat er het volgende beeld: er wordt door de computer een ongenuanceerd rapport opgesteld met een pretentie van objectiviteit, dat vervolgens door een niet-psycholoog wordt gelezen als feitelijke waarheid. Een voorbeeld Uit de persoonlijkheidstest komt een fors verhoogde emotionele instabiliteit naar voren. De automatische rapportgenerator maakt de vertaalslag: ‘kwetsbaar voor kritiek’, ‘minder goed bestand tegen spanning’, ‘onzeker, snel uit balans’. Gezien de voorgeschiedenis is het waarschijnlijk dat de gemeten emotionele instabiliteit samenhangt met de situationele spanningsklachten. Een (goede) psycholoog zal hier dus met een genuanceerde blik naar kijken. De gevolgen Uiteraard biedt een opleiding psychologie geen garanties en kan ook een assessmentpsycholoog zich bezondigen aan onzorgvuldigheid. In dat geval wordt de cliënt echter wel beschermd door de NIP-beroepscode. Hij kan uitgave van het rapport blokkeren en daarnaast een tuchtzaak starten, die in het uiterste geval voor de psycholoog kan leiden tot ontzegging van het NIP-lidmaatschap. Werknemer X uit het bovenstaande voorbeeld heeft deze mogelijkheid echter niet en mist daarmee de mogelijkheid om het oneigenlijk of onzorgvuldig gebruik van psychologisch testmateriaal aan de kaak te stellen. Er is namelijk geen functionaris die verantwoordelijkheid draagt voor de beoordeling die uit de tests naar voren komt. Een belangrijk gevolg van online testen zonder psycholoog is dat een zorgvuldig opgebouwde reputatie te grabbel wordt gegooid. Goede psychologische tests zijn het resultaat van decennialang wetenschappelijk onderzoek en kunnen de toets der kritiek ten aanzien van betrouwbaarheid en validiteit inmiddels ruimschoots doorstaan. Wanneer deze tests onzorgvuldig gebruikt worden en mensen geconfronteerd worden met rapporten die met grote stelligheid een persoonsbeeld schetsen waarin ze zichzelf niet herkennen, is het met dit krediet snel gebeurd. Het onderscheid tussen een gedegen psychologisch onderzoek en een ‘Viva-test’ zal in de ogen van het publiek steeds kleiner worden. Neem verantwoordelijkheid De opkomst van online assessment valt echter niet te ontkennen. Voor het maken van een voorselectie binnen een grote groep kandidaten is het een krachtig hulpmiddel. Maar in alle gevallen waar er uitspraken vastgelegd worden over een individu vind ik dat een psycholoog de vertaalslag naar de praktijk dient te maken en zijn handtekening onder het rapport moet kunnen én durven zetten. Tristan Lavender stelt in zijn artikel de retorische vraag of de psycholoog niet zijn eigen graf graaft door online tests te ontwikkelen. Ik ben geneigd deze vraag bevestigend te beantwoorden, niet omdat de psycholoog zichzelf overbodig zou maken, maar omdat deze ontwikkeling het draagvlak en krediet van de assessmentpsychologie in zijn algemeenheid ondermijnt. Jasper Stuivenberg is assessmentpsycholoog/adviseur bij GITP.Artikel Tristan Lavender (februari 2008) Artikel René Maas (april 2008) Naschrift Tristan Lavender (april 2008) Reageren? Mail naar A&O-items. |