Hoogbegaafd en diagnose Asperger
 Maud van Thiel & Noks Nauta
Wat een prachtig verhaal heeft Sandra Rethmeier in A&O-items 8 (5) geschreven over haar vader en haar relatie met hem! Zij geeft helder aan dat diagnostiek niet altijd meerwaarde biedt. Zeker niet wanneer het geen echte ziekte betreft. En dat we elkaar het beste zouden kunnen accepteren zoals we zijn. Die boodschap ondersteunen we van harte!
Graag willen wij een aanvulling geven op de inhoud. Wij houden ons al ruim tien jaar bezig met hoogbegaafde volwassenen en richtten het Instituut Hoogbegaafdheid Volwassenen op. Dit is een kennis-, projecten-, en netwerkorganisatie die tot doel heeft het leefklimaat van hoogbegaafde volwassenen te verbeteren zodat hun talenten meer tot bloei kunnen komen. De kennis op het gebied van hoogbegaafdheid bij volwassenen is nog erg pril. Wij hopen aan de verdere ontwikkeling daarvan met ons instituut een stimulans te geven.
Sandra beschrijft haar vader als een hoogbegaafde wetenschapper, analytisch en strikt redenerend. Op basis van zijn gedrag heeft ze in de loop van de jaren gezien dat hij een typisch geval van Asperger zou kunnen zijn. Wij herkennen dit bij veel hoogbegaafden die ons hun levensverhaal vertellen. Wij hebben echter nogal wat moeite met deze diagnose en menen dat deze diagnose bij dit soort mensen vaak ten onrechte wordt gesteld.
Wij hebben in 2008 met behulp van Delphi-onderzoek een model ontwikkeld, waarbij hoogbegaafdheid wordt gezien als meer dan alleen een hoge cognitieve intelligentie en waarbij – zeker voor volwassenen – presteren niet op de voorgrond staat. Volgens dit Delphi-model Hoogbegaafdheid uit hoogbegaafdheid zich niet alleen in het denken, maar ook in het waarnemen, voelen, zijn, willen en doen. En in het samenspel tussen al deze existentiële facetten van het menselijk bestaan (Kooijman-van Thiel, M.B.G.M., 2008)*.
In de praktijk zien we dat er blokkades tussen deze gebieden kunnen ontstaan, bijvoorbeeld tussen denken en voelen. Een sterk cognitief mens heeft dan geen verbinding met haar of zijn gevoel. Er zijn ook hoogbegaafden bij wie juist het voelen sterk is ontwikkeld, hetgeen zich uit in extreme gevoeligheid, een grote en levendige fantasie en een zeer genuanceerd gevoelsleven. Het is gebleken dat dit model onder andere in het kader van coaching uitstekende diensten kan bewijzen.
De diagnose Asperger is beschreven als een stoornis in het autismespectrum in combinatie met bovengemiddelde intelligentie. Wij zien in de praktijk dat het dan vaak gaat om een hoogbegaafde die in de ontwikkeling ‘scheefgegroeid’ is en extreem sterk in de cognitieve hoek zit. Dat kan bijvoorbeeld komen doordat een van de ouders al dergelijk gedrag vertoonde.
Of dat het gaat om een hoogbegaafde die door chronische overprikkeling van zijn of haar sensitieve gestel in het voelen zo ernstig beschadigd is dat hij of zij de deur heeft dichtgedaan – hetgeen er van buitenaf uitziet als autistisch.
Ten slotte kunnen wij ons ook nog goed voorstellen dat als je van jongs af aan merkt dat je zo heel anders denkt dan anderen, je daar veel last van kunt hebben, de aansluiting mist en in de ogen van anderen niet sociaal genoeg bent.
Wanneer deze mensen goed begeleid worden vanuit hun hoogbegaafdheid, kunnen veel van deze symptomen verdwijnen. Recent vernamen wij zo’n verhaal over een kind dat de diagnose Asperger had gekregen. Toen het samen met andere hoogbegaafde kinderen in een plusklas kwam, verdwenen de symptomen en deed hij volledig mee in de groep.
Wij denken dat de diagnose Asperger juist remmend kan werken. Het is sowieso een stigma en het kan daarnaast leiden tot het gevoel 'zo is hij of zij nu eenmaal'. Terwijl wij denken dat het om aangeleerd gedrag kan gaan en wij hebben gezien dat er wel degelijk therapie en training mogelijk is om een aantal symptomen te laten verdwijnen. Ook bij volwassenen.
Hoe het allemaal in elkaar zit, weten we niet precies. Er zijn mensen die menen dat een hoogbegaafde niet tegelijk ook autistisch kan zijn. Er zijn ook aanwijzingen dat het zou kunnen gaan om mensen met een verbaal-performaal kloof, waarbij men op performale intelligentie meer dan twaalf punten hoger scoort dan op verbale intelligentie. Het zijn nog steeds hypothesen. Het is natuurlijk ook een kwestie van afspreken hoe je verschijnselen benoemt.
Wij menen dat er nader onderzoek nodig is op dit gebied. Het soort mensen, zoals Sandra’s vader, heeft veel te bieden aan de maatschappij. Ze hebben het echter niet altijd gemakkelijk en ook hun omgeving kan ermee worstelen. Laten we proberen daar, net als Sandra voorstelt, geen ziekte van te maken, maar nagaan hoe zo iemand het beste uit de verf kan komen en met zijn of haar omgeving kan samenleven en samenwerken.
*M.B.G.M. Kooijman-van Thiel ((2008). Hoogbegaafd, dat zie je zo! Over zelfbeeld en imago van hoogbegaafden. Ede: OYA Productions.
Maud van Thiel, psychotherapeut
Noks Nauta, bedrijfsarts en A&O-psycholoog
Instituut Hoogbegaafdheid Volwassen (IHBV)
Reageren? Mail naar A&O-items.
|