algemeen
nip
waop
       

NIEUWSBRIEF ARBEIDS- & ORGANISATIEPSYCHOLOGIE
Jaargang 9 - nr. 1 - februari 2011


De psycholoog voor de klas (2)

Monique Bekker

Als ik de columns en artikelen lees in A&O-items valt het mij op dat de inhoud zich vooral concentreert op medewerkers in de zakelijke sector. Er is echter ook een grote groep A&O/Sociaal psychologen die werkzaam is in de onderwijssector. Zij geven bijvoorbeeld lessen  psychologie in onderwijs- en gezondheidszorgopleidingen. Zelf ben ik een van deze psychologen.

Pychologie en lesvoorbereiding
Een goede lesvoorbereiding is belangrijk en kan tijdens de les lastige situaties voorkomen. Deze begint (ver) voordat de eigenlijke les plaatsvindt en start al bij de uitnodiging daarvoor. Het is goed om bij jezelf na te gaan wat zo’n verzoek bij je oproept? Word je enthousiasme gewekt of zinkt de moed je in de schoenen? Ga je meteen met je les aan de slag of schuif je het nog even voor je uit…

Het voordeel van uitstellen is dat je tijdens onverwachte momenten alvast over je les na kunt denken. Bijvoorbeeld als je op de fiets zit, in de file staat of in de rij bij de supermarkt; hier kunnen opeens de meest inspirerende lesideeën bovenkomen. Ook televisieprogramma’s kunnen een bron van inspiratie zijn, bijvoorbeeld als pakkende inleiding. Zelf zet ik op zo’n moment enkele ‘hints’ in mijn telefoon en werk die later uit.

Systematiek
Een goede lesvoorbereiding kan niet zonder systematiek. Een systematische aanpak van je lesvoorbereiding bestaat onder andere uit het maken van lesdoelen, het verkennen van de beginsituatie, het beschrijven van de onderwijsleersituatie: (leeractiviteit, werkvorm, inhoud, media en onderwijsactiviteit) en het beschrijven van de evaluatie (proces en product).

Hoewel alle onderdelen erg belangrijk zijn, ben ik als psycholoog vooral geïnteresseerd in de beginsituatieverkenning oftewel ‘aan wie geef ik eigenlijk les?’. Vragen die je jezelf over je aankomende groepsleden kunt stellen, zijn bijvoorbeeld:

  • Wie ga ik ontmoeten, wat is hun achtergrond, wat weten zij wel en wat niet?
  • Wat hebben zij met elkaar?
  • In wat voor ruimte vindt de bijeenkomst plaats, hoe is die ingericht, maar ook welke dag van de week is het en is de les voor of na de lunch?
  • Hebben zij zojuist iets meegemaakt waar op dit moment hun aandacht nog naar uit gaat, bijvoorbeeld een recente toetsing?

Informatie inwinnen
Een belangrijk hulpmiddel bij de voorbereiding van je les is informatie inwinnen. Sommige docenten gebruiken hier een namen- en/of fotolijst voor.

Als je namen- en/of  fotolijsten bekijkt, komen er allerlei beelden bij je binnen. Sommige personen doen je misschien denken aan je oude leraar, een tante, je dochter of je ex. Dit beïnvloedt de wijze waarop je tegen zo’n groep of groepslid aankijkt. Onnodig om te zeggen dat de werkelijke persoon achter de foto vaak heel anders is. Op de pasfoto’s die menigeen voor zijn paspoort laat maken, lijkt zelfs het meest innemende gezichtje op een crimineel.

Hoewel we weten dat foto’s misschien niet overeenkomen met de werkelijkheid, is het interessant om te analyseren wat dit met mensen doet. Welke betekenis wordt er aan deze voorkennis gegeven.

Namen
Drost (1996) geeft een leuke uiteenzetting van een aantal onderzoeken dat gedaan is naar eerste indrukken. Alleen een naam kan al heel wat teweeg brengen bij iemand. Zo blijkt dat Natasja’s en Bianca’s erotischer overkomen dan Joke’s. Ongebruikelijke namen kunnen een negatiever beeld oproepen, echter Arthur en Alexandra leveren juist meer status dan Jan en Truus. Een korte naam wordt als warmer beoordeeld, maar een vreemd gespelde gewone naam (bijvoorbeeld Tejo) wordt bij mannen als minder mannelijk gezien en bij vrouwen ( Moniek) juist als mannelijker. Mooie deelnemers aan een schoonheidwedstrijd werden nog positiever beoordeeld als zij een prettig, klinkende naam hadden. Ook binnen sollicitatieprocedures blijken mensen met warm klinkende namen eerder aangenomen te worden.

Je zal het maar hebben
Andere kenmerken waar mensen indrukken op baseren, zijn bijvoorbeeld kledingkeuze, haardracht en sieradenkeuze. Indrukken worden ook gebaseerd op afwijkende kenmerken die mensen vertonen ten opzichte van de rest van de groep; dit kan zelfs een man in een vrouwengroep zijn. Mensen met een (verstandelijke) beperking hebben er helaas het meeste last van om als afwijkend te worden gezien. In het  tv programma 'Je zal het maar hebben'  van BNN wordt pijnlijk duidelijk hoe deze mensen doorlopend bekeken en besproken worden.

'Sekse' is een bijzonder krachtige eerste indruk. Men zal bij een toevallige ontmoeting nooit vergeten of de persoon een man of een vrouw was. Ook aan geuren worden indrukken gekoppeld. Er zijn mensen die op basis van een parfumgeur meteen een positief of negatief oordeel over een persoon hebben. Spuit dus niet al te heftig met geurtjes voordat je de groep betreedt.

Babyface
Lichaamsbouw en gelaatsvorm zijn ook typische kenmerken die betekenis geven aan eerste indrukken. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met een zogenaamd babyface. Zij beschikken over grote ogen, een gladde huid, een relatief hoog voorhoofd en de afstand tussen mond en ogen is kleiner dan in een gemiddeld volwassen gezicht. Deze mensen worden bestempeld als warm, fysiek zwak, naïef, eerlijk en afhankelijk. Het tegenovergestelde is een gezicht met diepliggende ogen en doorlopende wenkbrauwen. Aan dit type mensen worden eerder misdadige kwaliteiten toegekend.

De allerbekendste link tussen uiterlijk en gedrag is die van ‘mooi is goed’! Aantrekkelijke mensen worden als intelligenter, gemotiveerder en interessanter beoordeeld.

Mensen, dus ook docenten, organiseren hun indruk van de ander als eerste op grond van algemene indrukken en pas veel later op basis van gedrag. Het is goed om je hiervan bewust te zijn als je je voorbereidt op je deelnemers.

Drost, D. (1996). Mensen onder elkaar. Utrecht: De Tijdstroom.

Monique Bekker is psycholoog en docent/trainer in groepsdynamica bij BOC Onderwijsadvies en auteur van het boek Leuker Lesgeven.

Reageren? Mail naar A&O-items.