algemeen
nip
       

NIEUWSBRIEF ARBEIDS- & ORGANISATIEPSYCHOLOGIE
Jaargang 13 - nr. 2 - april 2015


Toezicht en gedragsbeïnvloeding

Godfried Westen
Toezicht is een van de manieren die de overheid ter beschikking staat om het gedrag van burgers te beïnvloeden. De laatste jaren investeert onze overheid in toezicht, maar toont zich daarbij vaak reactief: de wal keert het schip, men loopt achter de feiten aan. Toezicht is duur. Reden genoeg om alternatieve manieren te zoeken om burgers tot naleving van regels te brengen. De wenselijkheid daarvan is dan een aanname.

Een relatief nieuwe benadering bieden de inzichten van de gedragspsychologie, bekend onder de noemer 'gedragsverandering' of ook wel 'gedragsbeïnvloeding'. De Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) en de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) brachten er in 2014 een advies over uit. Beide adviesorganen waren enthousiast over de mogelijkheden van gedragsbeïnvloeding. Beide gaven echter ook een waarschuwing af: gedragsbeïnvloeding is een inbreuk op de keuzevrijheid van het individu. Geldt dat ook voor toezicht? Aangenomen dat het gaat om democratisch vastgestelde regels die breed gedragen worden.

Nee!
Toezicht is juist bedoeld om individuen te bewegen tot het naleven van de regels, bewust dan wel onbewust. De inzichten van gedragsbeïnvloeding zijn een nuttige aanvulling op traditionele (bewuste) manieren om gedrag te beïnvloeden, zoals voorlichting en boetes.

Keuzevrijheid - in dit geval om regels al dan niet te overtreden - wordt bij toepassing van principes van (onbewuste) gedragsbeïnvloeding maar voor een klein deel beperkt. Het gaat er bij gedragsbeïnvloeding vaak om de aantrekkelijkheid van de meest wenselijke keuze te vergroten in plaats van de alternatieven waaruit gekozen kan worden te beperken. Nog los van de vraag of er objectief gezien wel zoiets bestaat als 'keuzevrijheid'. Er zijn immers zoveel zaken die ons gedrag beïnvloeden, zoals de situatie, omstandigheden, of we uitgeput zijn of fit, onze persoonlijkheid, onze intelligentie, onze genen, et cetera. Genoeg invloeden om keuzevrijheid in veel gevallen met een gerust hart tot fictie te bestempelen.

Noncompliance is overigens in veel gevallen het gevolg van onwetendheid en slordigheid, geen bewuste keuze van mensen. De vraag is wat de voorkeur van burgers zou hebben:

  • De keuzevrijheid om regels bewust te overtreden met het risico van boetes.
  • Onbewuste beïnvloeding - met als mooi positief en onschuldig voorbeeld van de vlieg in de pispot - om naleving van regels gemakkelijker te maken.

Onbewuste beïnvloeding van gedrag is tenslotte volstrekt geaccepteerd in onze maatschappij in de vorm van reclame. Een doelgerichte poging de keuzevrijheid van mensen onbewust te beïnvloeden. Het effect van reclame op het gedrag van mensen is onbetwistbaar aangetoond.

Kortom: onbewuste gedragsbeïnvloeding kan net als bewuste beïnvloeding zonder ethische bezwaren gebruikt worden om het naleven van de breed gedragen regels makkelijker te maken.

Ja!
Dat reclame ook geaccepteerd is, is geen geldig argument: je kunt het ene 'kwaad' niet rechtvaardigen met het andere. Reclame verleidt ons vaak tot gedrag dat we juist niet (zeggen te) willen. Dat leidt tot meer eten dan goed is voor ons gewicht of meer spullen aanschaffen dan we nodig hebben. Reclame is in dat geval dus een negatieve vorm van gedragsbeïnvloeding en eigenlijk een illustratie van het gevaar ervan. Onze keuzevrijheid wordt al op zoveel andere manieren onbewust beïnvloed. Als overheden doelbewust aan de slag gaat met onbewuste beïnvloeding van burgers, is het einde zoek. Dan perken we de vrije wil, toch al een illusie volgens sommige wetenschappers, nog verder in.

Het grootste bezwaar tegen onbewuste gedragsbeïnvloeding is echter dat het de makkelijke weg is. Het leidt af van een kernvraag: waarom leven mensen regels niet na? De oorzaken van noncompliance blijken soms erg complex. Die raken soms aan de fundamenten van ons maatschappelijk bestel.

Neem als voorbeeld de - impliciete - invloed op ons gedrag van traditie en gebruiken. Mensen zijn geen rationele wezens, maar gewoontedieren. Traditie en het gebruik bepalen dat alcoholgebruik legaal is, maar softdruggebruik illegaal. Dit terwijl de maatschappelijke en persoonlijke schade en kosten van drankmisbruik - iets waar we mee hebben leren leven - minstens zo groot, zo niet groter zijn dan die van drugmisbruik. Maar nog duidelijker is de volgende illustratie: waarom stelen mensen? Een belangrijke oorzaak is de ongelijke verdeling van welvaart in ons land.

Evident is in het licht van het voorgaande dat transparantie een doekje voor het bloeden is. Het neemt de voorgaande bezwaren tegen 'impliciete gedragsverandering' dan ook geenszins weg.

Tot slot
Ook de opzet van het voorgaande is bedoeld om uw voorkeur onbewust te beïnvloeden. Omdat ik de volgorde gekozen heb zoals ik die gekozen heb, is er een grote kans dat u zich de argumenten tegen het gebruik van inzichten van de gedragspsychologie beter herinnert dan de pro's. Het aantal lezers dat zich nu bewust is van de risico's is groter dan het aantal lezers dat de argumenten kent voor een lage risico-inschatting. De irrationele, impliciete effecten van volgorde zijn onder anderen door Daniel Kahneman (2013) voldoende aangetoond.

Voordat u nu een definitief standpunt inneemt, raad ik u aan de irrationele, impliciete invloed van de volgorde enigszins te repareren. Dat kan eenvoudig door de argumenten die een lage risico-inschatting bepleiten nog eens door te nemen.

Literatuur
Daniel Kahneman (2013). Thinking, Fast and Slow. Canada: Doubleday.

Godfried Westen, Registerpsycholoog NIP/ Arbeid & Organisatie en eigenaar van adviesbureau Doipte.

Reageren? Mail naar A&O-items.