algemeen
nip
waop
       

NIEUWSBRIEF ARBEIDS- & ORGANISATIEPSYCHOLOGIE
Jaargang 8 - nr. 2 - april 2010


De aanbieding (Peter Ambagtsheer, februari 2010)

Reacties

Gerrit Altena
Mijns inziens is de indruk van mevrouw Jansen terecht. En bieden geen van de vier genoemden datgene dat zij 'nodig' heeft. Storend is hoe dan ook 'het gestrooi' met het zogenaamde marktleider c.q. gerenommeerd zijn.
Uit geen van de 'aanbieders' haal ik gedegen A&O/HRM-ervaring.
Het meest dichtbij komt misschien nog Bureau 4, omdat zij aangeven met iedereen een inventarisatie te willen doen. Bureau 3 dat de teller eigenlijk al aanzet?

Ana Bloemraad
Het hele verhaal door vroeg ik mij steeds af waarom mevrouw Jansen een psycholoog wilde raadplegen. Wat verwacht ze van een psycholoog?
Als tweede heb ik geen goede indruk gekregen van wat er aan de hand is. Mevrouw Jansen heeft een succesvol consultancybureau. Dat betekent dat haar adviseurs hun adviezen ooit goed wisten te verkopen. Wat is er gebeurd? Waarom is hun oriëntatie in plaats van extern 'plotseling' intern gericht? Vroeger wisten ze goed te verkopen. Wat deden ze dan en hoe deden ze dat? Hoe komt het dat ze daarmee zijn opgehouden? Wat hebben ze nodig om het weer te kunnen?
Wat motiveert ze? Hoe raken ze betrokken? Wat hebben ze nodig om in actie te komen?
Antwoord op uw vraag: geen idee. Er waren te weinig vragen gesteld om te weten welke aanpak werkzaam zou zijn.

Dick van Kooten
Mevrouw Jansen nam een moedig besluit door op zoek te gaan naar een psychologisch adviseur. Ongetwijfeld is ze daarbij ook zo eerlijk geweest om uit te leggen wat de aanleiding hiervoor was. Blijkbaar hebben de uitgenodigde 'deskundigen' dit niet willen oppakken. Die zijn uitgegaan van hun eigen behoeften, in plaats van die van hun potentiële opdrachtgever.
Ik hoop dat mijn studenten marketing wel onthouden dat dienstverlening begint met het inspelen op de behoeften van de klant.

Naschrift Peter Ambagtsheer
In de vorige column heb ik een casus opgevoerd van een bedrijf, dat extern advies van psychologen zocht om de zaak eens op te schudden. Centraal hierin stond het gedrag van de gesprekspartners van de eigenaresse van het bedrijf.

Mijn opzet was dat ik uit de reacties zou kunnen opmaken hoezeer het onderwerp leeft, en hoe de psychologen (althans degenen die de column lezen en reageren) er over denken. In die opzet ben ik helaas niet geheel geslaagd. Ik heb echter toch nog drie reacties gekregen.

Eén van Gerrit Altena die zich terecht ergert aan de teller die aangaat, voordat afdoende kennis is opgedaan en getoond.

Ana Bloemraad die zich terecht afvraagt wat er nog meer aan de hand is met het bedrijf van 'Mevrouw Jansen'. Zij wil bovendien eerst weten wat er met de medewerkers is gebeurd. Terechte vragen, wat mij betreft. Zij vindt het te vroeg om met een aanpak te komen.

Dick van Kooten hoopt dat zijn studenten marketing onthouden dat dienstverlening begint met het inspelen op de behoeften van de klant. Een nuttige houding die voor menigeen nog eens extra onderstreept mag worden.

Met deze nuttige bijdragen rond ik het onderwerp af, dank aan de inzenders.