![]() |
||||
![]() |
||||
![]() |
||||
NIEUWSBRIEF ARBEIDS- & ORGANISATIEPSYCHOLOGIE |
||||
Dalende IQ-koersen Maar dat was niet het ergste. Naast mij op de bank zat mijn vriendin, die bij deze gelegenheid op mijn zenuwen werkte. Ze zapte op dode momenten even snel naar de uitverkiezing van de Dichter des Vaderlands, en antwoord geven deed ze hardop. Het vergde me veel concentratie om mijn eigen heldere IQ-koers te blijven varen. Na een slopende zit van meer dan twee uur was de imagoschade compleet: ze stak me intellectueel de loef af. Wat de Nationale IQ-test betreft, zijn enkele relativerende opmerkingen op hun plaats. Zonder de indruk te willen wekken een excuus voor eigen falen te zoeken: een tv-test is onbetrouwbaar. Bij intelligentietests is het standaardiseren van de afname-omstandigheden een belangrijke zaak. De normscores die als ijkpunt worden gebruikt, zijn meestal gebaseerd op mensen die geconcentreerd en rustig hebben gewerkt. Het moge duidelijk zijn: een huiskamer met zappende huisgenoten en ringtonende telefoons leidt al snel tot concentratieverlies. Daarnaast is het van belang uitgerust te zijn bij het doen van een intelligentietest. Wie 's avonds laat na een zware werkdag nog eens tientallen IQ-vragen moet beantwoorden, scoort waarschijnlijk flink lager dan de frisse normgroep - en ook lager dan zijn eigen niveau. Last but not least is voorbereiding geboden; oefenen met diverse soorten tests helpt om zo intelligent te scoren als je bent. Maar de meeste televisiekijkers zullen voor de BNN-test geen voorbereidingen hebben getroffen, terwijl ze aan het eind wel getrakteerd worden op een mager uitgevallen IQ-score. Overigens wil ik de IQ-traditie van BNN niet uitsluitend bekritiseren. De omroep besteedt op een onderhoudende wijze toch maar even aandacht aan zo'n taai onderwerp. Intelligentie blijft een van de fascinerendste thema's uit de psychologie. Psychologen discussiëren al bijna een eeuw over wat intelligentie precies is. Een klassieke dooddoener in het debat luidt: 'Intelligentie is wat de intelligentietest meet.' Voor mij als assessmentpsycholoog is die definitie niet bevredigend. In mijn praktijk zie ik elektromonteurs die op academisch niveau scoren, terwijl ik bij hoogleraren meer dan eens een gemiddeld mbo-niveau heb vastgesteld. Dat zegt mij dat intelligente beroepsuitoefening complexer is dan alleen de score op die test. Mijn verklarende hypothese voor bovenstaand fenomeen is dat het onderscheid tussen de slimme elektromonteur en de domme hoogleraar schuilt in twee andere zaken: persoonlijkheid en sociale vaardigheid (ook wel EQ genoemd). Wie qua karakter zeer grondig, planmatig, weloverwogen, wilskrachtig en open-minded is ingesteld, kan uiteindelijk een zeer intelligente denker worden. Wie bovendien goed is in contacten leggen en mensen beïnvloeden, wordt met gemak hoogleraar. Kortom, intelligent functioneren laat zich niet alleen met een IQ-test meten. Bas Kok is senior adviseur bij HR-adviesbureau LTP. Reageren? Mail naar A&O-items. |