algemeen
nip
waop
       

NIEUWSBRIEF ARBEIDS- & ORGANISATIEPSYCHOLOGIE
Jaargang 6 - nr. 2 - april 2008


De A&O-psycholoog als tienkamper

Paul Westerman
In de zeventiger jaren van de vorige eeuw kreeg meer dan 30% van de psychologen een baan aan de universiteit. Tegenwoordig werkt slechts 5% van de psychologen bij een universiteit
(M. Born. NIP-symposium, maart 2006). Er is in de loop der jaren een grotere diversiteit aan psychologische functies buiten de universiteit ontstaan. Bovendien vinden veel psychologen in allerlei sectoren werk in academische functies die niet per se psychologisch van aard zijn.

Gaat deze vlieger nu ook op voor de A&O-psycholoog? Zeker! Al heel wat jaren bewegen vakbroeders en -zusters zich op het terrein van personeelsselectie, beroepskeuze en loopbaanontwikkeling, training, werkstress en ziekteverzuim, en coaching en counseling.
De huidige krapte op de arbeidsmarkt dwingt bedrijven en instellingen extra gerichte aandacht aan de menselijke factor van het werk te besteden. Daarnaast vinden steeds meer A&O-psychologen de weg naar (interim)management- en beleidsfuncties. Als ik onze nieuwe generatie vakgenoten hierover vertel, duizelt het hun wel eens voor de ogen. Ongekende mogelijkheden!

De A&O-er kan bijna overal terecht. Ik ben echt niet de enige die assesst, traint, coacht, adviseert, fuseert, reorganiseert, interim-HRM’t. Ik maak dan graag een vergelijking met tienkampers. In deze klassieke tak van atletiek beoefen je de meest uiteenlopende sporten. Om een goede tienkamper te worden, heb je snelheid nodig (met name voor de loopnummers), kracht (bij werpnummers) en techniek (onontbeerlijk bij springnummers). Natuurlijk zijn snelheid, techniek en kracht voor elk nummer van belang, maar er zijn accentverschillen. Om door te stoten tot de top zijn veel aanleg en gerichte training nodig. En ambitie. En niet al te veel blessures.

Met enige fantasie kan het werk van de A&O-er ook onderverdeeld worden in krachtnummers, technieknummers en snelheidsnummers. Een fusie of reorganisatie is vaak een tour de force. Snelheid staat voorop bij personeelsselectie of HRM-advieswerk, terwijl de verschillende vormen van assessment veel specifiek inhoudelijk (technisch) inzicht en ervaring vragen.

Mijn zonen zitten op atletiek. Een van hun clubgenoten gaat binnenkort bij kogelstoten letterlijk een ster van de hemel gooien. Maar bij hoogspringen weet hij de zwaartekracht maar niet te overwinnen. Hij zal waarschijnlijk nooit een goede tienkamper worden, maar kan in de atletiek toch heel ver komen.

Een echte tienkamper kan alles. Moet een A&O-psycholoog ook van alle markten thuis zijn?
Een A&O-er die kwaliteit wil leveren op de verschillende A&O-terreinen zal aan de bak moeten. Aanleg alleen is niet voldoende; training (scholing) is ook van groot belang. Is er voldoende affiniteit met al die kracht-, snelheids- en technieknummers? En kunnen lichaam en geest een dergelijke krachtsinspanning leveren? Blessures liggen op de loer!

Gelukkig hoeft de nieuwe generatie A&O-psychologen niet op elk onderdeel direct te scoren. Ze komen er wel: ze hebben vaak ambitie genoeg. Door het opdoen van praktijkervaring kunnen ze een welbewuste keuze maken en doorgroeien naar specialist of generalist. Zelf ben ik tenslotte ook geen tienkamper geworden, hooguit een zevenkamper.

Paul Westerman is A&O-psycholoog en directeur van De Bron BV te Culemborg.

Reageren? Mail naar A&O-items.